Kenmerken

Wat is een professional?

Verantwoordelijkheid

Even terug naar onze start: Het zijn van professional is eerst en vooral een keuze voor het nemen van verantwoordelijkheid (commitment). Welke verantwoordelijkheid betreft het dan? Het gaat om de verantwoordelijkheid

  • om het beste te doen voor cliënten en maatschappij;
  • om integer te handelen in onzekere en complexe situaties;
  • om actief verbinding te maken met de laatste inzichten in de theorie;
  • om de eigen praktijk onder de loep te durven nemen;
  • om bij te dragen aan de ontwikkeling van vak en vakgenoten;
  • en om gericht vorm te geven aan de eigen ontwikkeling.

Een belangrijke implicatie van deze keuze is de noodzaak van: (1) een lerende instelling en (2) een adequaat samenspel met vakgenoten. Het gevolg van dit alles is, indien goed uitgeoefend, het ontstaan van autoriteit en autonomie.

Kwaliteiten

Als we vanuit deze verantwoordelijkheid inzoomen op de kernkwaliteiten van de professional, dan komen we uit bij een drietal, elk met een individuele als ook een collectieve kant. Dit zijn:

  • Het hebben en onderhouden van een Body of Knowledge. Dus weten wat jouw kennisdomein is, welke bronnen kenmerkend en bepalend zijn voor je vakgebied, maar ook weten wat jouw persoonlijke inspiratoren en bronnen zijn, en welke je minder aanspreken, en waarom dan.
  • Het beschikken over Theories of Action en er ook reflectief mee omgaan. Dus alert zijn op de praktijktheorieën die blijken uit je handelen. Wat zijn je opvattingen over wat werkt in een bepaalde context, en waarom denk je dat dat werkt.
  • En het beschikken over een eigen Field of Expertise om daarmee vak en vakgenoten te verrijken. Dus vanuit je eigen interesse een specialisatie hebben ontwikkeld (en dan bedoelen we niet alleen specialisatie in de zin van versmalling en inhoudelijke verdieping, maar ook specialisatie in de zin van een bundeling van ervaringen) waarmee je niet alleen klanten verder helpt, maar waarmee je ook inzicht aan het vak en vakgenoten kunt toevoegen.

Ten overvloede, geen van de drie kwaliteiten is puur individueel van aard. Het hebben van, onderhouden en bouwen aan een professioneel netwerk is dan ook onderdeel van een professionele basis.

Voorwaarden

Deze drie kwaliteiten krijgen relevantie door een praktijk waarin duidelijk wordt dat er commitment is ten aanzien van een kwalitatief goede dienstverlening aan cliënt/maatschappij. De institutionalisering maakt echter dat er ook commitment nodig is aan de organisatie waarbinnen dit vak wordt uitgeoefend.
Het commitment om in een praktijk van betekenis te zijn, vraagt om de gerichtheid op integer handelen, rekening houden met cliënt en de maatschappelijke belangen. De commitment aan de organisatie waartoe de professional behoort, kan extra situaties met zich meebrengen waarbij techniek, pragmatiek en ethiek met elkaar in conflict zijn (iets wat logischer wijze het gevolg is van de verschillende belangen en invloeden). Het uitgangspunt van commitment en vervolgens integer handelen heeft dus één op één de noodzaak van de lerende instelling van de professional tot gevolg. De kennisintensiteit, de dynamiek en de toenemende complexiteit (onder andere door de institutionalisering) maken dat het eigen handelen, de eigen keuzes telkens weer onderwerp van reflectie dienen te zijn.

Op dit punt wordt dus ook duidelijk dat het worden van professional één ding is, maar het ‘blijven’ een heel ander ding. De opleiding is weliswaar relevant, maar neemt ook wel in relevantie af naarmate de ervaringsjaren verstrijken, zowel in positieve als in negatieve zin. Een gedegen en langdurende beroepsuitoefening kan leiden tot professionaliteit, ook zonder vooropleiding. Maar een gedegen wetenschappelijke opleiding, staat niet garant voor het behouden van je professionele identiteit.=

Implicaties

Een goede uitoefening van de professie ten slotte, zal leiden tot autoriteit en autonomie. Deze twee versterken de professional in zijn mogelijkheden, maar kunnen niet als voorwaarden voor de professie worden aangemerkt. Commitment en integriteit hebben een directe verbinding met autonomie en autoriteit. Zeker in geïnstitutionaliseerde settings is het voor zowel de professional, als de organisatie zaak zich bewust te zijn van de invoel die commitment en autonomie op elkaar hebben. Op dit vlak kan al snel een neerwaartse spiraal ontstaan, waardoor de professional binnen mum van tijd, slechts een speelbal van het management lijkt en niet meer de kwaliteit laat zien die hij of zij wel in zich heeft. Het optimaal tot zijn rest willen laten komen van professionals en professionaliteit vragen dus van beiden kanten een zorgvuldig en alert samenspel.

We ronden hier af met het beeld dat Maister (2006) geeft: Het zijn van professional is “…believing passionately in what you do, never compromising your standards and values, and caring about your clients, your people, and your own career.” Deze professionals zullen hoge eisen stellen aan zichzelf, hun eigen performance elke keer weer willen verbeteren en ernaar streven de best mogelijke service te verlenen aan hun cliënten (Maister, 2006).